Als we ’s morgens wakker worden is het heerlijk rustig in de stad, de nacht was bij tijd en stond rumoerig, maar wat wil je als je op vrijdagavond midden in een grootstad gaat kamperen.
Als Fietje nog eens in het park wil gaan wandelen terwijl ik wat kleine herstellingetjes doe vindt ze een nota op onze ruit gekleefd. Blijkbaar hebben deze nacht een paar uitgaanders de Mog staan bewonderen en hebben een briefje geschreven om ons te laten weten hoe ferm ze die vinden. Om dat nog eens te onderstrepen hebben ze er zelfs een briefje van 200 Tenge (0,5 euro) bij gekleefd. Hadden ze waarschijnlijk nog over na een nachtje stappen.
We laten Semey voor wat het is en zetten koers naar de grens. De weg is beter dan verwacht en we rijden rustig door. Iets na de middag doen we een paar pogingen om te Skypen met Gust om hem te feliciteren met zijn eerste piloot strepen, maar hij ligt nog in zijn bed natuurlijk. We rijden verder door een prachtig landschap, zandheuvels met naaldbossen afgewisseld met oneindige graanvelden. Fietje doet nog een poging om in een meertje te gaan zwemmen en zich te wassen maar komt vuiler terug of dat ze vertrokken is.
Als we net de laatste afslag naar de grens hebben genomen (het is dan nog meer als 100 km) zien we een politie controle staan. We rijden niet te hard en mijn lichten branden zoals het moet dus zijn we er gerust is. Toch worden we aan de kant gezet. Van iedere overlander die door Kazachstan gereden is hebben we al de wildste verhalen gehoord over corrupte agenten en tot nu toe zijn we er van gespaard gebleven. Ik maak me al op voor een nieuw gevecht met de arm der wet maar dan ziet Fietje één van de agenten teken doen dat ze haar gordel niet om heeft. Daar zullen we toch weinig verhaal tegen hebben vrees ik. Ik stap uit, geef de agent een hand en vraag wat het probleem is. De gordel is het probleem natuurlijk en ik met de “machina pasport” geven en het verdikt valt onmiddellijk, “straf”. Ondertussen hebben we al door dat dit Russisch is voor “boete”. Fietje zet haar meest jammerlijke gezicht op, begint te brabbelen over Kazachstan en dat we net getankt hebben en dat ze altijd haar gordel draagt (wat een grove leugen) en gaat zo maar door. De agent heeft medelijden en om zijn gezicht een beetje te kunnen redden vraagt hij of ik gedronken heb. “Natuurlijk niet, zo vroeg op de dag!” blijkt een voldoende antwoord te zijn, we krijgen onze papieren terug en mogen vertrekken.
De grens is druk. Ik koop nog net voor de grens een tijdelijke verzekering voor Rusland en dan is het wachten tot de slagboom open gaat. Ondertussen regelen we wat papieren en maken kennis met Russen, Mongolen, Uzbeken en Tadzjieken die allen dezelfde richting uitgaan. Het onderwerp van de dag is natuurlijk het voetbal vanaf het moment dat we laten weten van België te zijn. We proberen uit te vissen wat de beste weg is en vooral hoe die erbij ligt.
Als we dan eindelijk binnen mogen volgt eerst een korte douane inspectie en moeten we dan in de lange rij gaan staan voor onze paspoorten. Er is wat verwarring over de auto zodat het een redelijke tijd duurt tegen dat dit in orde is. De Russische grens is niet echt beter. Daar worden auto’s met mondjesmaat doorgelaten is het vervolgens een rush om als eerste je paspoort te laten controleren. Omdat we dat laatste niet echt doorhadden staan we natuurlijk achter in de rij. Zoals Fietje had gevreesd doen ze moeilijk over ons paspoort. We hebben namelijk een tweede paspoort waar enkel visa voor Rusland en Mongolië in staan en dat was niet oké voor de Russische grenswachter. Uiteindelijk moet ik toch onze andere paspoorten halen en dan pas wordt de man een beetje vriendelijker. Ook hier moeten we nog de douane passeren en deze maal moet ik wel vanalles openen. Als ik de koffer open en de arme man alle bakken en dozen ziet slaakt hij een diepe zucht en laat me de koffer onmiddellijk sluiten. Binnen moet ik wel al onze medicijnen tonen en uitleggen waar het dikke boek dat op het bed ligt over gaat.
Eenmaal de grens gepasseerd kunnen we nog net met Gust Skypen, hij toont dan ook fier zijn gouden streep op zijn epauletten en moeder is ook fier op haar twee zonen. De weg is een tapijtje en we kunnen dus mooi doorrijden zodat we nog aan roebels geraken in het eerste charmante stadje op onze weg, Rubcovsk.
Weerom is het landschap prachtig. Enorme velden met zonnebloemen of koolzaad tegen een donkere hemel waar af en toe een bliksemschicht doorschiet. We rijden net rond in een oude Russische film als we voorbij houten huisjes met veelkleurige luiken komen omgeven door een wilde tuin. Prachtig gewoon.
Er zijn wel niet veel plaatsen te vinden waar we zouden kunnen slapen en uiteindelijk slaan we een weg in waar we hopen ergens tussen de boompje te kunnen staan. Dat lukt niet echt en we slaan dan maar een padje in richting een paar houten huisjes. Blijkt dat eigenlijk de oprit te zijn van een (grote) boerderij. Als we op het erf besluiten om rechtsomkeer te maken komt de boer uit het mooiste huis eens kijken wat er aan de hand is. Fietje vraagt toch nog in haar beste Russisch of we misschien deze nacht mogen doorbrengen op het erf. De boer toont ons onmiddellijk waar we kunnen staan en voor we het goed doorhebben zitten we bij hem binnen thee te drinken. De tafel staat vol koekjes en snoep, net of hij verwacht bezoek. Als we benieuwd naar een blik wijzen haalt hij een mes boven en opent het blik dat gevuld is met een soort Snickers vulling .
Ruslan (zo heet de boer) is eigenlijk een Tjetjeen en gans die doening hier is van hem. Er zijn meer als honderd koeien die ergens rondlopen in de wijde omgeving en alle huizen hier zijn van hem en vormen samen de boerderij. Trots toont hij ook zijn garage waar twee grote Mercedes SUV’s staan. We blijven nog een tijd praten en als Fietje eten heeft gemaakt zetten we een stoeltje bij voor hem. Hoewel hij zelf moslim is en niet drinkt haalt hij toch een fles vodka boven voor bij de maaltijd. Ondertussen gaat de zon langzaam onder en hebben we hier een prachtig zicht op de velden en de boerderij terwijl de honden van de boerderij om beurten hun knuffels komen halen bij Fietje.